Betalingsplicht ouders voor hun meerderjarig kind?

Ingevolge artikel 203 van het Burgerlijk Wetboek dienen ouders naar evenredigheid van hun middelen te zorgen voor de huisvesting, het levensonderhoud, de gezondheid, het toezicht, de opvoeding, de opleiding en de ontplooiing van hun kinderen. Indien de opleiding niet voltooid is, loopt de verplichting door na de meerderjarigheid van het kind.

De onderhoudsplicht eindigt dus in principe bij de meerderjarigheid van het kind, als op dat ogenblik de opleiding van het kind voltooid is.

Vaak is dit echter niet het geval!

Dat de ouderlijke plicht dan principieel doorloopt na de meerderjarigheid ingeval de opleiding van het kind nog niet voltooid is, betekent evenwel niet dat de ouders in alle gevallen verplicht zijn om tussen te komen in alle levensbehoeften en studiekosten.

Een zestal regels bepalen de omvang van de ouderlijke plicht:

1) De studies moeten een normale voortgang kennen

Dit betekent dat rekening wordt gehouden met het gedrag van het kind en het studietraject.

Het kind moet dus de nodige ijver aan de dag leggen om de aangevatte studies succesvol te beëindigen.

Opgelet!  Het is niet zo dat een jaar overdoen automatisch betekent dat de onderhoudsplicht van de ouder vervalt, noch dat de ouders moeten instemmen met de studiekeuze van het kind.

2) De plicht vervalt in principe bij het verwerven van een einddiploma van het hoger onderwijs

Van zodra het kind door het verwerven van een einddiploma in het hoger onderwijs dat toegang geeft tot de arbeidsmarkt een opleiding genoten heeft, houdt de plicht van de ouders in principe op, ook al zou het kind beslissen om daarna andere studies aan te vatten. De opleiding waartoe de ouders gehouden zijn, houdt in principe slechts één soort opleiding in.

Evenwel is het zo dat in de recente rechtspraak wordt aanvaard dat een aanvullend of specialisatiejaar aangewezen kan zijn om de kansen op de arbeidsmarkt te vergroten.

3) De eigen inkomsten van het kind moeten in rekening gebracht worden

De plicht van de ouders is inderdaad slechts subsidiair in verhouding tot de eventuele inkomsten waarover het kind zelf beschikt, van welke aard dan ook.

4) Er moet rekening gehouden worden met de prioritaire onderhoudsaanspraak binnen het huwelijk

De plicht van de ouders is ondergeschikt aan de onderhoudsplicht die bestaat tussen echtgenoten. Als uw studerend meerderjarig kind gehuwd is komt het dus in de eerste plaats aan de achtgenoot/ echtgenote toe om bij te dragen in de kosten van de studies. Pas indien ook de middelen van de echtgenoot/ echtgenote hiertoe onvoldoende zijn is de ouderlijke onderhoudsplicht opnieuw aan de orde.

5) Er is geen verplichting om bij te dragen in niet-noodzakelijke meeruitgaven

Niet-noodzakelijke meerkosten, zoals kosten van ontspanning, …komen uiteraard ten laste van de student zelf.

6) De invloed van het gedrag van het kind. Het gedrag van het kind moet immers eveneens in verband gebracht worden met het recht op eerbied vanwege dit kind.

Een kind is een zekere eerbied verschuldigd aan zijn ouders. Een kind kan derhalve zijn recht op onderhoud verliezen bij zeer flagrante miskenningen van de plicht tot eerbied ten aanzien van zijn ouders.